Pickleball

Wat is Pickleball?

Pickleball is een mix van verschillende bestaande racketsporten. Je vindt er elementen van tennis, padel, badminton en pingpong in terug. Het spel wordt meestal in dubbels (twee tegen twee) gespeeld en je kan enkel scoren als je team opslaat. Pickleball speel je meestal in twee gewonnen sets tot 11, maar je kan ook tot 15 of 21 spelen. Je gear bestaat uit een paddle dat te vergelijken is met een strandpallet en een “wiffle ball” (geperforeerde softball). Een pickleballterrein heeft dezelde afmetingen als een badmintonterrein. Oorspronkelijk is het een outdoor sport, maar het kan ook perfect indoor. Wij hebben ervoor gekozen om 4 indoor courts aan te leggen zodat er het hele jaar door gespeeld kan worden.

Spelregels

Basisregels

Pickleball is een dubbelspel (twee spelers per team), maar het kan ook als enkelspel gespeeld worden. Dubbelspel is het meest gangbaar. Het speelveld en de regels zijn zowel voor enkelspel als voor dubbelspel dezelfde.

Non-Volley Zone "KITCHEN"

(Volley = bal spelen voor deze botst)

De non-volleyzone is de baanzone aan beide zijden van het net.
In de non-volleyzone is volleyen verboden. Deze regel voorkomt dat spelers smashes uitvoeren vanuit een positie binnen de zone.
Het is een fout als de speler tijdens het volleyen op de niet-volleyzone stapt, inclusief de lijn en/of wanneer de speler door zijn momentum of iets wat hij draagt of draagt de niet-volleyzone raakt, inclusief de bijbehorende lijnen.
Het is een fout als een speler, na de volley, door zijn momentum in de niet-volleyzone wordt gebracht of deze raakt, zelfs als de volleybal nietig is verklaard voordat dit gebeurt.
Een speler mag zich altijd in de niet-volleyzone bevinden, behalve wanneer hij een bal volleyt.
Pas als je voeten (weer) buiten de non-volley zone zijn mag je een volley spelen.
De non-volleyzone wordt gewoonlijk "the kitchen" genoemd.

De opslag

De serveerder moet onderhands en onder de taille serveren.
Een 'drop serve' is ook toegestaan en in dat geval zijn geen van de bovenstaande regels van toepassing. Je mag de bal dan gewoon laten vallen en hem onderhands over spelen.
Bij de service sta je tussen middenlijn en (verlengde van) zijlijn met twee voeten achter de achterlijn.
De bal moet in het schuin tegenover liggende vak stuiteren en mag de kitchenlijn (de lijn van de non-volley zone) niet raken. De overige lijnen wel.
Per serveerder is slechts één opslagpoging toegestaan.

Volgorde van serveren

Beide spelers van een team serveren, behalve aan het begin van de wedstrijd, dan serveert van het startende team maar 1 speler.
Als een bal bij de service het net raakt, verschilt dit niet meer van een bal die over het net gaat. Is hij in, dan speel je door, is hij uit dan verlies je het punt.
1e servicepunt is vanaf rechts.
Bij score vervolgens vanaf links serveren etc.
Bij verlies punt gaat tegenpartij vanaf rechts serveren door speler die daar staat.
Bij score serveert zelfde speler van links etc.
Bij verlies punt serveert medespeler vanaf kant waar hij op dat moment staat.
Bij verlies 2e speler gaat service naar andere team. Deze beginnen altijd rechts, door de speler die op dat moment rechts stond.
Dus beide spelers van een team serveren, behalve aan het begin van de wedstrijd, dan serveert van het startende team maar 1 speler.

Two-bounce regel

Wanneer de bal wordt geserveerd, moet het ontvangende team de bal laten stuiteren voordat deze wordt teruggespeeld, en vervolgens moet het serverende team de bal laten stuiteren voordat deze wordt teruggespeeld, dus twee keer stuiten.
Nadat de bal eenmaal gestuit heeft in de baan van elk team, mogen beide teams de bal volleyen (slaan voordat de bal stuitert) of de bal van een stuit spelen (grondslag).
De two-bounce regel elimineert het serve and volley voordeel en verlengt rally’s.

Puntentelling

Punten worden alleen gescoord door het serverende team.
Wedstrijden worden normaal gespeeld tot 11 punten. Je wint met 2 punten verschil. (Toernooiwedstrijden kunnen worden gespeeld tot 15 of 21)
Wanneer de score van het serverende team even is (0, 2, 4, 6, 8, 10) staat de speler die voor dat team de eerste serveerder in de wedstrijd was in het rechter opslagveld bij het serveren of ontvangen; bij oneven (1, 3, 5, 7, 9) staat die speler in het linker opslagveld bij het serveren of ontvangen.